Historie

Op deze pagina vindt u interessante, historische informatie over Vreewijk en zijn voormalige bewoners, bijvoorbeeld Albert Einstein.

Albert Einstein
Vanaf 1914 was Albert Einstein vaak te gast in het toen net nieuw in Russische stijl gebouwde huis van de familie Ehrenfest op Witte Rozenstraat 57. Paul Ehrenfest was in 1912 benoemd tot hoogleraar Theoretische Natuurkunde als opvolger van de bekende Lorentz die een functie bij de Teylerstichting in Haarlem had aanvaard.


Paul Ehrenfest en Albert Einstein in huize Ehrenfest in de Witte Rozenstraat in Leiden. 
Bron: Volkskrant

In die tijd werden door de wis en natuurkundigen in Europa allerlei wetenschappelijke artikelen gepubliceerd over de quantumtheorie. Men ging dan bij elkaar op bezoek om de wetenschappelijke vorderingen te bespreken.

Einstein verbleef, net als vele andere wetenschappers, graag bij de gastvrije familie Ehrenfest. Ehrenfest nodigde altijd veel gastsprekers uit voor de woensdagavond colloquia die voor studenten met hoogleraren, thuis werden georganiseerd.


Huize Ehrenfest 

Bij Ehrenfest waren deze bijeenkomsten altijd heel bijzonder waarbij men zich in de grote huiskamer voor het grote zwarte bord gegroepeerd had en de spreker zijn gedachten met krijt kon opschrijven.

Wel golden er bijzondere huisregels. Er mocht niet gerookt worden en ook alcohol en parfum was taboe. De gasten van ver zoals Einstein sliepen dan op de logeerkamer op de tweede verdieping. Veel andere grote geleerden uit die tijd logeerden ook in die kamer waarbij zij hun handtekening op de muur schreven in plaats van in het gastenboek.

 

Af en toe als de tijd dat toeliet ging Einstein ook bij de buren op Jan van Goyenkade 44 (kasteeltje) op bezoek waar zij dan met Margarethe Nieuwenhuis-Baronesse Von Uexkull Guldenbandt oude herinneringen ophaalde van hun gemeenschapplijke studietijd aan de Polytechnischer Schule in Zurich.


Jan van Goyenkade 44

Margarethe vertelt over die periode in de NRC tijdens een interview ter ere van haar 90ste verjaardag in 1963.

Ik citeer uit de NRC: “Als mevrouw Nieuwenhuis over Einstein spreekt doet ze dat niet op grond van “horen zeggen”. Ze heeft deze geleerde in twee perioden van haar lange leven zeer goed gekend: eerst als mede student in Zurich en later, toen Einstein buitengewoon hoogleraar was in Leiden en de oude vriendschapsbanden weer had aangeknoopt. Nu ja “slecht in de wiskunde ” was ten aanzien van Einstein natuurlijk maar betrekkelijk, want zijn werk bewees, dat hij, “de man met de blik van een ziener “, zoals mevrouw Nieuwenhuis hem noemt, juist in de allerhoogste regionen baanbrekend werk verrichtte. De grijsblauwe ogen achter de brilleglazen twinkelen als mevr. Nieuwenhuis vertelt, dat haar cijfers aan het Polytechnikum in Zurich over de hele linie een half punt hoger waren dan van Einstein. Wel een bewijs, zegt ze met lichte zelfspot, hoe betrekkelijk de waarde van cijfers is.

In Zurich zat zij in het laboratorium tegenover hem, in voortdurende angst voor de mogelijke gevolgen van zijn notoire slordigheid. Maar deze jongeman met zijn gloeiende ogen en haardos en zijn Schillerhemd, die het prettig vond thuis op blote voeten rond te lopen, was een hoffelijke medestudent, die haar gaarne te hulp kwam als dat eens nodig was. Een van haar beste vriendinnen in die tijd was de Servische studente Milena Maritsj, de latere echtgenote van Einstein. Toen zij hem in de Leidse tijd, opnieuw leerde kennen, werden er heel wat oude herinneringen opgehaald. Einstein was dol op viool, maar hij hield er een volstrekt eigen maatgevoel op na. Toen een bekend componist te zijner ere een sonate had geschreven en de geleerde het zelf met de auteur had doorgenomen, beklaagde deze zich achteraf, dat het wel erg prettig zou zijn als Einstein eens tot vier kon tellen…

In Leiden kwamen Ehrenfest, Lorentz, Einstein en anderen elke maand in het huis van eerstgenoemde aan de Witte Rozenstraat bijeen om hun vorderingen uit te wisselen. Dan duurde het niet lang of Margarethe in de nabijgelegen villa aan de Jan van Goyenkade hoorde een merkwaardige muzikale interpretatie van muziek van diverse bekende componisten.”

Willem de Vries

Zie ook: Ehrenfesthuis in Wikipedia en: ’t Kasteeltje in Wikipedia.

Einstein [English]
In 1914, Albert Einstein became a regular guest at the Russian-style home of the Ehrenfest family at the Witte Rozenstraat 57. Paul Ehrenfest had been appointed professor of Theoretical Physics in 1912 as the successor of well-known Lorentz, who had accepted a position at the Teylerstichting in Haarlem.

In Europe at that time, mathematicians and physicists published extensively on the quantum theory. It was common that they visited each other at home to discuss their scientific progress. Einstein enjoyed staying at the home of the hospitable Ehrenfest family, as did many other scientists. Ehrenfest always invited many guest speakers to his home for the Wednesday evening colloquium he organized for professors and students. At Ehrenfest, these gatherings were always very special. The guests were seated in the living room around a blackboard, on which the speaker wrote his thoughts and ideas. There were strict houserules.Smoking was not allowed, and also alcohol and perfume were taboe. Guests from far, like Einstein, stayed overnight in the guestroom on the third floor. Many other distinguished scientists from that time stayed in that room and instead of signing a guest-book, they signed their name on the wall.

Sometimes, Einstein visited the neighbours at Jan van Goyenkade 44 (a “little castle”), where he met an old friend from the Polytechnical Schule in Zurich, Margarethe Nieuwenhuis-Baronesse Von Uexkull Guldenbandt. They chatted, bringing back old memories of their time as students. Margarethe spoke about that period in her interview with the NRC, which appeared for her 90th birthday in 1963.

Quoted from the NRC is the following: “When Mrs Nieuwenhuis talks about Einstein she does so from her own experience, for she knew this scientist very well during two periods of her long life. First, as a student in Zurich and later, when they renewed their acquaintanceship when Einstein became professor in Leiden. That he was “bad in math” is in Einstein’s case obviously relative, because his work proved that he was (quoting Mrs. Nieuwenhuis) “a man of great insight” who did original research at the highest level. The gray-blue eyes of Mrs. Nieuwenhuis sparkle behind her glasses as she mentions that all her grades at the Polytech were half a point higher than those of Einstein. That shows you how relative grades are, she says with slight self-depreciation.

She sat across of him in lab and she was constantly worried that his well-known sloppiness would result in disaster. But this young man with the burning eyes and wild hair and Schiller-shirt, who loved to walk barefoot, was a gallant fellow student, who helped her out when needed.

One of her best friends from that period was Milena Maritsj, a student from Serbia, who later married Einstein. When Margarethe met Einstein again in Leiden, they talked a lot about their time as students. Einstein loved to play the violin, but he definitely kept his own beat. When a well-known composer wrote a sonata in his honor and Einstein had played it, working with the composer, the composer complained afterwards, that it would have been nice if Einstein had learned to count to four. Ehrenfest, Lorentz, Einstein and other scientists met each month at the home of Ehrenfest in Leiden to discuss their progress in research. Then, before long, Margarethe in her neighboring villa at the Jan van Goyenkade could hear curious and unusual interpretations of the music of various famous composers.”

Willem de Vries

2 Reacties op “Historie

  1. Pingback: In the spotlight: stripboek Ehrenfest! | Vreewijk te Leiden

  2. Pingback: Sobibor nazi gas chambers discovered, archaeologist interviewed | Dear Kitty. Some blog

Plaats een reactie